Lokale spelers in het Brusselse werkbeleid: werkbezoek aan Mission Locale en PWA van Stad Brussel

Op dinsdag 4 november bracht Brussels Parlementslid Imane Belguenani een werkbezoek aan zowel de Mission Locale als de PWA (Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap) van de Stad Brussel. Het bezoek kaderde binnen de beleidsdomeinen werk en economie, met als doel een beter zicht te krijgen op hoe deze lokale spelers functioneren binnen het Brusselse arbeidsmarktbeleid.

PWA: tussen werkervaring en systeemfouten

De Agence Locale pour l’Emploi (ALE) of Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) van de Stad Brussel is de grootste van het gewest. Elk jaar worden er meer dan 200.000 werkuren gepresteerd door zo’n 450 mensen, onder meer bij de groendienst van de Stad of in scholen als busbegeleiders.

ALE biedt deze werkzoekenden niet meteen een springplank naar regulier werk, maar vaak wél een eerste hernieuwde kennismaking met werkritme en verantwoordelijkheid. Voor velen betekent het een cruciale “lien social”, een sociaal houvast, die hen opnieuw toelaat om stappen richting arbeidsmarkt te zetten.

Toch kampt het systeem met enkele structurele beperkingen. Zo mogen jongeren onder de 40 pas instappen na twee jaar werkloosheid (tenzij via het OCMW), en moeten ze ingeschreven zijn in de gemeente waar ze willen werken. Door die beperkingen vallen veel mensen uit de boot. Bovendien kiezen werkgevers vaak opnieuw voor een ALE- of artikel 60-profiel, louter omdat het financieel voordeliger is, zonder echt te investeren in doorstroom.

De federale ARIZONA-maatregelen, die de toegang tot werkervaringstrajecten willen hervormen, dreigen deze situatie te verergeren. Niet alleen voor de betrokken werknemers, maar ook voor de leefbaarheid van de ALE’s zelf, die grotendeels afhankelijk zijn van het aantal gepresteerde werkuren.

Mission Locale: werken aan vertrouwen

De Mission Locale de Bruxelles-Ville is één van de negen Franstalige werkwinkels in het gewest. Ze begeleidt jaarlijks 1.800 werkzoekenden, met een team van 12 consulenten. Hun aanpak focust op drie pijlers: individuele begeleiding, groepswerking en sociale economie.

Hun doelgroep focust zich vooral op mensen zonder diploma secundair onderwijs, langdurig werkzoekenden, of personen met een vaag beroepsproject. Veel van hen kampen met mentale of psychosociale problemen.

Ze bieden een begeleiding op maat aan: workshops, jobcoaching, stages en ‘vitrine du savoir-faire’ helpen werkzoekenden om hun talenten beter te verkopen. Er zijn ook specifieke trajecten voor vrouwen met een achtergrond van partnergeweld.

Meer dan 50% van de personen in een individueel traject stroomt door naar werk of opleiding. En ook groepsvorming blijkt bijzonder effectief: daar ligt het plaatsingspercentage zelfs boven 60%.

De Mission Locale worstelt echter ook met enkele structurele knelpunten: het gebrek aan één uniek dossier per werkzoekende blijft de samenwerking tussen partners belemmeren, ook hier. De bevoegdheidsdeling met de OCMW’s zorgt voor onduidelijkheid. En wie een traject volgt bij het OCMW, kan niet tegelijk begeleid worden door de Mission Locale, wat net voor kwetsbare profielen nefast is.

Centrale d’emploi: het gemeentelijk werkhuis

Tot slot maakten we kennis met de Centrale d’emploi, opgericht door de Stad Brussel. Deze dienst organiseert opleidingen, jobbeurzen en matching tussen werkgevers en werkzoekenden, vaak rond sectoren zoals horeca of digitale skills. Ze fungeert als een brug tussen stad, Mission Locale en ALE, maar er is nog weinig transparantie over de resultaten. Een goede opvolging van de outputcijfers zou welkom zijn.

Conclusie

Uit het bezoek blijkt hoe belangrijk lokale actoren zijn in het begeleiden van kwetsbare werkzoekenden. Toch is er grote nood aan betere samenwerking, transparantie en dossieropvolging over de instellingen heen. Interessante lessen die zeker worden meegenomen in ons verdere parlementair werk.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Please reload

Please Wait