NL – Een fris ruikende wind door een oud ambacht: bij Savonneries Bruxelloises wordt niet alleen zeep gemaakt, maar ook toekomst geschreven. Met Brusselse fierheid ontving Maxime ons in de bijna honderdjarige fabriek in Laken.
Parlementslid Imane Belguenani bracht samen met Schepen Frederik Ceulemans een bedrijfsbezoek aan de Savonneries Bruxelloises. Deze ambachtelijke zeepfabriek, sinds 1926 gevestigd in Laken, beleeft onder leiding van de ondernemende Brusselaars Maxime Pecsteen en Maxime de Villenfagne een opmerkelijke heropleving.
Wat ooit begon als een bescheiden ambachtelijk bedrijf evolueerde de afgelopen jaren tot een bloeiende onderneming met een groeiende export, meer dan 75% van de productie gaat intussen naar het buitenland. Hun geheim? Een sterke Brusselse verankering, innovatie en respect voor het ambacht als kernwaarden.
Vandaag bestaat het team uit 15 medewerkers, een verdubbeling sinds de overname in 2020, en stoot het bedrijf stilaan op zijn limieten. De productiecapaciteit van de fabriekshal in Laken is te klein, waardoor nieuwe klanten geweigerd moeten worden. De bedrijfsleiders hopen binnenkort een leegstaande hangar achter hun huidige gebouw te kunnen omvormen tot een nieuwe productiehal. De nodige stedenbouwkundige vergunning werd reeds aangevraagd, het openbaar onderzoek is net afgerond.
Tijdens het bezoek kwam ook de bredere socio-economische context verschillende keren aan bod. Net zoals bij andere bedrijven in Brussel stellen de ondernemers vast dat geschikte werkkrachten vinden een uitdaging blijft. Meestal verloopt het rekruteren van een nieuwe werkkracht via een interimkantoor, een structureel partnerschap met Actiris bestaat (nog) niet al liep een eerdere samenwerking vlot. Opvallend: een groot deel van hun team komt uit de buurt van de fabriek in Laken.
Savonneries Bruxelloises wil ook maatschappelijk relevant zijn. Zo recycleren ze gebruikte zeep uit hotels in Brussel tot nieuwe blokjes, die per fiets worden teruggebracht naar de fabriek en vervolgens terugkeren naar het hotel. Ook een samenwerking met PermaFungi, een circulair economieproject dat oesterzwammen kweekt op gebruikte koffieresten, en op basis waarvan duurzame zeephouders gecreëerd worden, spreekt tot de verbeelding. Een voorbeeld van circulaire economie pur sang.
Imane Belguenani en Open Vld Brussels blijven zich inzetten om dergelijke ambachtelijke KMOs en de maakindustrie in Brussel in het algemeen verder te ondersteunen. Door procedures rond vergunningen voor kleine bedrijven te versnellen, hen beter wegwijs te maken in het aanbod van subsidies en de fiscale druk voor kleinere vennootschappen te verlichten. In de woorden van Maxime: “We willen een bedrijf van de 21ste eeuw zijn, zonder de ziel van de vorige te verliezen.”
Dat is precies het soort ondernemerschap dat Brussel nodig heeft.
Klaasjan Creemers
